-
1 take offense
lichtgeraakt zijn -
2 excitable
adj. prikkelbaar, lichtgeraakt[ iksajtəbl] 〈zelfstandig naamwoord: excitability〉 -
3 jumpy
adj. gespannen; lichtgeraakt, prikkelbaar -
4 tetchy
-
5 bilieux
-
6 chatouilleux
chatouilleux [sĵaatoejeu]2 kittelorig ⇒ lichtgeraakt, opvliegend= chatouilleuse; adj1) kittelig2) lichtgeraakt, opvliegend -
7 вспыльчивый
driftig, opvliegend, lichtgeraakt -
8 вспыльчивый
adjgener. driftig, heftig, korzelig, oplopend, warmbloedig, doldriftig, hanig, heet gebakerd, heetgebakerd, kittelorig, kortaangebonden, lichtgeraakt, opbruisend, opvliegend, prikkelbaar, sanguinisch, stotig -
9 раздражительный
adjgener. aantrekkelijk, balorig, kregel, kregelig, netelig, stotig, galachtig, hitsig, kattig, kittelorig, korzelig, kriebelig, lichtgeraakt, morrig, nurks, prikkelbaar -
10 brittle
adj. broos, bros; breekbaar[ britl]1 broos ⇒ breekbaar, fragiel2 onbestendig ⇒ vergankelijk, wankel♦voorbeelden: -
11 captious
-
12 chip
n. fiche; schilfer; gebakken--------v. afsplinteren, afbrokkelen; afkappen; beeldhoudenchip1[ tsjip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schilfertje ⇒ splinter(tje), scherf♦voorbeelden:〈 informeel〉 when the chips are down • als het erop aankomt, als het menens wordt¶ have a chip on one's shoulder • prikkelbaar zijn, lichtgeraakt zijn〈 slang〉 in the chip • rijk, welvarend————————chip21 afsplinteren ⇒ afbrokkelen, schilferen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)kappen ⇒ afsnijden, afbikken; onderbreken, in de rede vallen♦voorbeelden:1 chip off • afbikken, afbreken -
13 combustible
-
14 get peeved quickly
-
15 have a chip on one's shoulder
prikkelbaar zijn, lichtgeraakt zijn -
16 he is quick to take offence
———————— -
17 irascible
adj. prikkelbaar, opvliegend[ iræsəbl] 〈irascibly; zelfstandig naamwoord: irascibility〉1 prikkelbaar ⇒ opvliegend, lichtgeraakt -
18 irritable
adj. opvliegend, makkelijk te ergeren[ irrittəbl] 〈irritably; zelfstandig naamwoord: irritability〉1 lichtgeraakt ⇒ prikkelbaar, opvliegend -
19 offence
n. overtreding, misdrijf; aanval1 overtreding ⇒ misdrijf, delict, misdaad2 belediging ⇒ aanstoot, ergernis♦voorbeelden:make an act an offence • een daad strafbaar stellencause/give offence to someone • iemand beledigentake offence at • aanstoot nemen aanhe is quick to take offence • hij is lichtgeraaktno offence (meant) • het was niet kwaad bedoeld -
20 peeve
См. также в других словарях:
Efteling — Eingangsgebäude Ort Kaatsheuvel/Nordbrabant Eröffnung 31. Mai 1952 Besucher … Deutsch Wikipedia
Bois des contes — Sprookjesbos Panneau à l entrée du Bois des contes Autre(s) nom(s) : Bois des contes Localisation Parc : Efteling … Wikipédia en Français
Sprookjesbos — Bois des contes Panneau à l entrée du bois des contes … Wikipédia en Français
1979 dans les parcs de loisirs — Années : 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 Décennies : 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 Siècles : XIXe siècle XXe siècl … Wikipédia en Français